Eindhovens Dagblad  zondag 2 nov. 2003   Abonnement | Adverteren | Contact | Zoeken 


Emmy Award voor professor Kees Schouhamer Immink
'Managers verziekten sfeer -op NatLab'

Door MARTIJN HOVER

Zaterdag 1 november, Voormalig Philips-uitvinder prof. dr Kees Schouhamer Immink kreeg eind vorige week in New York een 'Emmy Award' voor zijn baanbrekende werk aan de optische codes waarop de cd-technologie gebaseerd is. Portret van een spraakmakend onderzoeker.

De Amerikaanse Emmy Awards zijn voor de televisiewereld wat de Oscars zijn voor de film. Je bent dan ook eerder geneigd bij de Emmy's te denken aan wereldberoemdheden als Bill Cosby of de 'Friends'-sterren Matt LeBlanc en Jennifer Aniston, om maar een paar winnaars van dit jaar te noemen, dan aan de uitvinders en techneuten die de wereldroem van de tv-sterren om te beginnen mogelijk hebben gemaakt.
Maar dat is niet terecht. De Academy of Television Arts and Sciences, die de tv-prijzen elk jaar uitreikt, heeft namelijk wel degelijk ook oog voor de mensen achter de techniek. Zoals de Nederlandse uitvinder Kees Schouhamer Immink, die in de jaren zeventig op het Philips NatLab mede de grondslag heeft gelegd voor de cd's, dvd's en cd-roms die in geen enkel modern huishouden ontbreken. Immink is dit jaar door de Academy geëerd als bedenker van de digitale, optische codes die het aflezen van de zilveren schijfjes mogelijk maken.
Niet dat hij bij de uitreiking schouder aan schouder heeft gestaan met tv-sterren, vertelt de goedlachse uitvinder: 'Voor de 'technische' Emmy's was er een aparte ceremonie. Wij zijn ook niet op de televisie geweest. Maar het was evengoed bijzonder indrukwekkend hoor. Een hele show eromheen. Dat kun je aan die Amerikanen wel overlaten. Je voelt je op zo'n moment best wel even heel bijzonder.'
Nou is Immink ook best wel bijzonder. Hij heeft van de optische codes zijn levenswerk gemaakt, kun je wel zeggen. 'Ik ben er halverwege de jaren zeventig op het NatLab mee begonnen', zegt hij. 'We werkten toen niet alleen aan wat later de compact-disc zou worden, maar ook aan de video-beeldplaat. Dat waren platen met het formaat van een ouderwetse langspeelplaat waar beeldmateriaal, speelfilms bijvoorbeeld, op kon worden opgeslagen. Toen we de cd en de beeldplaat begin jaren tachtig presenteerden, hadden we bij Philips zelf eigenlijk hogere verwachtingen van de beeldplaat dan van de cd.'
Immink barst andermaal in lachen uit: 'Dat is wel wat anders gelopen. De beeldplaat is van het begin af aan helemaal geen succes geworden, terwijl de cd uiteindelijk de wereld heeft veroverd.'

Doorbraak

Niet dat dat enorme succes onmiddellijk voor de hand lag: 'We zijn er toch een hele tijd bang voor geweest dat het met de cd dezelfde kant op zou gaan als met de beeldplaat. De doorbraak kwam eigenlijk pas halverwege de jaren tachtig, toen de platenindustrie de omslag begon te maken.'
'Het was een beetje een kip-en-ei-probleem. We konden bij Philips wel mooie apparaten maken, maar zolang de mensen geen plaatjes hadden om erop af te spelen, bleef het succes vanzelfsprekend beperkt. De nieuwe generatie dvd-spelers heeft de markt een stuk gemakkelijker kunnen veroveren omdat ze op dezelfde technologie gebaseerd zijn als de cd-speler waardoor je er je oude plaatjes ook mee kunt blijven afspelen.'
In die tijd was het nog leuk bij het NatLab, waar Immink in 1968 als jonge onderzoeker was binnengekomen. 'Dat was net in de tijd dat de oude Casimir, die van het NatLab een vooraanstaand onderzoeksinstituut had gemaakt, afscheid nam. Er heerste destijds een bijzonder prettige sfeer. Je kreeg als onderzoeker veel vrijheid om je eigen interesses te volgen, met allerlei prachtige uitvindingen als resultaat, waarvan de cd-speler er maar één was.'
Dat veranderde in de jaren negentig, vertelt de onderzoeker. 'Uiteindelijk had ik het er helemaal niet meer naar mijn zin. Ik raakte verbitterd omdat ik mijn ei niet meer kwijt kon. Je werd als onderzoeker steeds meer tegengewerkt door een steeds incapabelere directie. Onder Boonstra was het dieptepunt wat mij betreft wel bereikt. Zo'n Pieper die ze toen binnenhaalden, dat was toch een regelrechte aanfluiting!'

NatLab

'Het NatLab had vijftig jaar lang schitterende resultaten geboekt doordat eigenwijze onderzoekers er een grote vrijheid genoten. In de jaren negentig begon dat allemaal te veranderen. De directie begon zich in toenemende mate te richten op de 'productdivisies', die de onderzoekers steeds meer begonnen voor te schrijven wat ze moesten onderzoeken. Allerhande businessmanagers met grote bekken begonnen de sfeer te verzieken. Die konden nog geen pan olie verkopen, maar meenden wel te weten hoe wij ons werk moesten doen.'
'Nou was ik altijd al een moeilijke jongen, in de zin dat ik zei wat ik vond. En ik stond niet altijd te klappen bij wat ze op het hoofdkantoor allemaal deden. Daar kwam nog bij dat het bedrijf steeds meer gerund werd op basis van vriendjespolitiek.'
Immink lacht smakelijk: 'Niet dat ik iets tegen vriendjespolitiek heb. Maar dan moet ik wel zelf een van de vriendjes zijn en dat was bij Philips bepaald niet meer het geval.'
In 1998 was wat Immink betrof de maat vol: 'De ergernissen hoopten zich steeds meer op. Uiteindelijk werd ik weggepromoveerd naar een groep waar ik helemaal niet wilde zijn. Ik ergerde mij er zo aan dat mijn vrouw op een gegeven moment zei: en nu is het genoeg. Schei er maar gewoon mee uit!'
Hij voegde de daad bij het woord: 'Ik heb zo maar ontslag genomen, zonder plannen over wat ik verder wilde gaan doen. Ik zat eraan te denken om een of andere leuke studie op te pakken, oud-Grieks of zo. Van die digitale nullen en enen had ik wel even genoeg gezien.'
Het bloed kroop echter toch waar het gaan kon: 'Ik stuurde wat berichten rond naar vrienden en kennissen met de mededeling dat ik voortaan een ander e-mail adres had en kreeg vrijwel onmiddellijk een aantal aanbiedingen van Amerikaanse universiteiten. Daar had ik niet zo'n zin in, maar ik heb toen wel met veel plezier een aanbod aangenomen om een tijdje gasthoogleraar te worden aan de universiteit van Singapore.'
Immink maakte van de gelegenheid onder meer gebruik om een boek te schrijven en verder na te denken over de codes waaraan hij bij het NatLab met zoveel succes had gewerkt. 'Dat leidde ertoe dat ik een manier uitvond om de code zodanig te verbeteren dat de opslagcapaciteit van een cd-schijfje er 10 procent mee werd vergroot. Om dat en volgende ideeën te patenteren en te gelde te maken, heb ik toen een eigen bedrijfje opgericht: Turing Machines BV.'
'Het bedrijf is alleen maar bedoeld voor het verkopen van mijn uitvindingen. Er is geen daadwerkelijke test- of productiefaciliteit aan verbonden.'
Met een brede lach: 'Dat zou te veel op echt werk gaan lijken.'


verzend  |  print  |  abonneren op Eindhovens Dagblad
Eindhovens Dagblad | 02-11-2003 | Zoeken
Copyright © 2003 Eindhovens Dagblad - alle rechten voorbehouden